Een flesje troost is okay
Ik raakte een tijdje
geleden geïntrigeerd door een reclame die ik zag op de Nederlandse televisie. Het
gaat om reclame voor Brand (een bier uit de Heineken-stal) en het spotje heet ‘De
eerste slok’. Het is geniaal. Het leert je dat het okay is om als eenzame man verslaafd
te zijn aan alcohol en dat je best alleen mag drinken.
Het gaat als volgt.
Een man komt zijn keuken binnengelopen,
draagt een bak bier en een oud aktetasje. Ploft de bak routineus op het
aanrecht naast de koelkast en vist er een aantal flesjes uit die hij op een schap
in de koelkast ter koeling bergt. 1 flesje echter is uitverkoren. Plots schijnt
de zon in het gezicht van de man die opeens ook een zuinige glimlach krijgt
wanneer hij naar het flesje kijkt alvorens het in het vriesvak te leggen. Terwijl
hij het flesje wegbergt, blijft zijn blik er op gericht. Hij sluit het
vriesvak, gaat ruim een meter voor de koelkast staan en zonder zijn ogen van
het vriesvak af te houden doet ie z’n trenchcoat uit en gooit die over een
stoel.
De volgende 45
seconden (I kid you not, 45 seconden) zie je hem met lege, helblauwe ogen voor
het vriesvak smachten. Hij lijkt niet meer te denken, gehypnotiseerd. Een
blik in het vriesvak toont dat het flesje versneld bevriest (Hoe lang
duren die 45 seconden in werkelijkheid wel niet?). Al die tijd blijft hij
wachten. Flesopener bengelend aan zijn vinger twijfelt hij even of het al tijd
is om het vriesvak te openen. Je ziet hem in de reflectie van de vriesvakdeur twijfelend-smachtend
reiken naar het handvat.
Dan kan het plots. Nu
gaat alles snel. Gedecideerd opent hij de deur, neemt het flesje en een glas.
Hij laat wat water uit het glas lopen dat zich waarschijnlijk op het aanrecht
bevond wegens wel afgewassen (of afgespoeld) maar niet afgedroogd. De
kalkaanslag is zichtbaar. Plots is het glas gevuld, en dan - dit heeft hij al
zo vaak gedaan, maar er is nog steeds een kick - … zet hij het glas aan zijn
lippen en drinkt. De eerste slok. De achtergrond is leeg en grijs. Er is enkel
de man en zijn bier. Hij is lichtjes zonnig belicht waardoor je zijn vermoeide
gelaat duidelijk ziet. Hij slokt een kwart van de pint weg en hij is gelukkig.
Hier deed hij het voor. Er is verder niets.
De elementen
De man: Vijvenveertig ongeveer, triest gezicht, ongeschoren, voorhoofdskaalheid,
goedkoop pak, een oude Burberry trenchcoat en een oud aktetasje. Een ambtenaar
die al erg lang in hetzelfde uitzichtloze baantje zit vastgeroest en nog steeds
de kleren draagt van toen zijn vrouw nog bij hem woonde?
De keuken: Niet echt levendig en ongezellig, erg lelijke keukentafel met basic
klapstoelen, vaag wat speelgoed op de keukentafel. Naast de koelkast staat een
goedkope Ikea-achtige tweezits met zo’n lelijke gebreide kussens. Papa woont
nog in het huis, maar mama is met de kinderen (en de mooie keukentafel) vertrokken?
De kinderen komen nog wel in het weekend, maar maken het huis niet echt
doorleeft.
De koelkast: De binnendeur van de koelkast ziet er nogal leeg uit. Misschien vaag
een doos eieren en een bruindoorzichtig potje waarvan de inhoud zijn moment de
gloire al een tijdje heeft gehad. Of nooit heeft gehad.
Het vriesvak: Alleen maar ijsblokjes die er duidelijk al een tijdje staan (dat zie
je aan de rijm) en daaronder iets vaags onbestemd. Het vriesvak moet dringend
worden ontdooid.
De analyse
Volgens mij: Ocharme de vent. Zijn vrouw is bij hem weg en sindsdien verglijdt hij
langzaam maar zeker. Hij kookt niet voor zichzelf en doet zijn afwas niet. Hij weet
niet hoe hij de leegte in zijn huis en zijn leven moet opvullen. Maar gelukkig
is er bier. Ja hij is alleen en hij weet het niet hoe dat te verhelpen, maar bier brengt troost. Als
enige. Hij eet iets op zijn werk en maakt ’s avonds geen eten klaar, want hij
heeft een afspraak met bier. Daarom staat de Ikea fauteuil al handig naast de
koelkast.
Het geniale aan deze
spot is natuurlijk dat ze een erg authentieke situatie in scene zet. Andere bierreclames
tonen stoere mannen, of gemaakte gezelligheid. Deze toont de rauwe werkelijkheid. Voor
veel mensen is er niets. Geen gezelligheid, geen raften of snowboarden. Maar er
is wel bier. En dat is okay.
Het merk richt zich
duidelijk op een bepaald publiek. Het heeft er medelijden mee, dat is zeker,
maar het geeft ook aan dat het okay is om zo te leven. Dat is best slim en
uniek: het zegt niet dat je bier met verstand moet drinken. Het zegt dat bier
je troost zal bieden als iedereen je in steek heeft gelaten. Het is het beste
medicijn dat de eenzaamheid dan misschien wel niet verhelpt, maar tijdelijk verlicht.
Het is een vrijgeleide voor alcoholisme. Moedig van Brand.
Reacties