Een Nederlandstalige Brusselaar in het parlement door voorverkiezingen
Door de splitsing van de kieskring
Brussel-Halle-Vilvoorde is de kans op Nederlandstalige federale parlementsleden
uit Brussel verwaarloosbaar klein. Ik snap heel de redenering achter de
splitsing wel, maar zit er desalniettemin mee verveeld. Ondanks het feit dat ik
er niet tegenop zie om voor een Franstalige lijst te stemmen als alternatief
voor een verloren Nederlandstalige stem, blijft een wat ambetant gevoel hangen.
Het voelt aan alsof Nederlandstalige Brusselaars quantité négligable zijn
geworden en dat stoort me. Tijd dus om daar wat aan te doen!
Eerdere oproepen om eenheidslijsten te vormen
liepen op niets uit. De cruciale vraag is natuurlijk wie de lijst gaat trekken.
Er kan maximaal 1 verkozene zijn (volgens ons kiessysteem quasi zeker de
lijsttrekker), dus waarom zou je als partij erg lang onderhandelen om dan de 2de
of de derde plaats te krijgen, met nul procent kans op een verkozene? Je stap
als partij gewoon niet mee in het idee van een eenheidslijst omdat je weet dat
je weinig kans maakt om de lijsttrekker te leveren.
De oplossing ligt hem in het feit dat de
eenheidslijst niet wordt samengesteld op basis van onderhandelingen, maar op
basis van democratie en dat je dat als partij op voorhand accepteert, net omdat
je een kans maakt de lijsttrekker te leveren. Tadaa, dat is de wortel!
Alhier het idee. Waarom organiseren we geen
voorverkiezingen om zo een ranking van de populairste Nederlandstalige
Brusselse politici te bepalen, die dan nadien gaan figureren op dé
eenheidslijst? Keigoed plan, al zeg ik het zelf.
De kern van het voorstel is dat
Nederlandstalige Brusselaars de kans krijgen een lijst van populairste politici
te verkiezen en dat alle partijen het engagement aangaan campagne te voeren
voor die ene kandidaat. Deze vrouw of man raakt dan verkozen als ‘de
Nederlandstalige Brusselaar’. De partijen dienen dus geen aparte lijsten voor
de kamer van Volksvertegenwoordigers in.
Wat zijn de minpunten? De kans is natuurlijk
reëel dat Nederlandstalige politieke partijen die niet met de hoofdvogel gaan
lopen eerder campagne gaan voeren met de Franstalige zusterpartij. Daar is
natuurlijk niets mis mee, maar indien voldoende enthousiasme tijdens de
campagne van de voorverkiezingen kan het zijn dat ‘hun’ electoraat toch voor de
voorverkiezingskandidaat stemt. Daarnaast lijkt het overigens niet
onwaarschijnlijk dat één Nederlandstalige eenheidslijst ook anderstalige
stemmen zal aantrekken, omdat die een duidelijker profiel zal hebben.
Ander risico is natuurlijk dat een ‘foute’
kandidaat het haalt. Let’s face it: als de kandidaat uit een omstreden partij
komt, dan krijg je geen grote scharen Nederlandstalige Brusselaars bereid om
voor de mens te stemmen tijdens de eigenlijke verkiezingen.
Cruciale factor tot slagen is dat er onder
Nederlandstalige Brusselaars een soort maatschappelijk pact bestaat dat er ook
voor die ene kandidaat (of lijst) wordt gestemd. Ik kan me alvast best
voorstellen tijdens de eigenlijke verkiezingen mijn stem te geven aan een
kandidaat van een partij die misschien niet helemaal mijn voorkeur wegdraagt,
als ik weet dat ik op die manier een vertegenwoordiger in de kamer breng die
breed gedragen is.
Het profiel van de kandidaten voor de voorverkiezing
kan overigens erg divers zijn. Niemand zegt dat kandidaten partijgebonden
moeten zijn. Het belangrijkste criterium is dat ze gedragen worden door de
Brusselaars en dat ze de belangen van de stad verdedigen op het federale
niveau.
Ziezo. Het is een idee. Ik vind het wel wat
hebben. Misschien mag dit soort verkiezingen wel niet eens, maar ik vind het in
elk geval boeiend om er over na te denken. Voor de verkiezingen van 25 mei is
het alvast te laat, maar misschien wordt het wel wat binnen vijf jaar. Wat denk
jij overigens?
Reacties
Nu al verdient een Nederlandstalige leraar gemakkelijk 200 tot 300 euro meer dan zijn Franstalige collega's omdat onderwijs een communautaire materie is. Voor hetzelfde werk 2 lonen, 2 klassen.
Als de 6e staatshervorming in voege treedt zal ook de kinderbijslag afhangen van wat de gemeenschappen er voor willen geven.
Als linksdenkende mens kan ik niet langer meer mee lopen in dit verhaal van gemeenschappen. Een sociale strategie moet belangrijker zijn dan een identitaire strategie. Zeker in de de superculturele steden van morgen.