Posts

De geur van mijn grootvader

Afbeelding
Mijn grootvader groeide op in armoede. Zijn vader had naar het schijnt een drankprobleem en had zijn gezin met tig kinderen niet veel meer te bieden dan miserie. Mijn overgrootvader – die ik overigens nooit heb gekend - trok een goed lot en moest niet het leger in. Arme mensen toen verkochten dat lot, hij niet. Hij ging niet naar het leger en bleef arm.     Als kind ging ik vaak met mijn grootvader mee om konijneneten te verzamelen. Ik zat achterop de fiets en we gingen in velden paardenbloemen uitsteken. Of hij maaide klaver waar het hoog stond. Dat stopte ik dan in jutten zakken. Tijdens de oorlog verzamelde hij de steenkolen die van de wagons vielen. Hij raapte alles op wat hij op straat vond. We weten het aan de armoede die hij als kind kende.   Zijn stal – het hok buiten tussen de aangebouwde badkamer en nog een ander hok met de mazouttank, je weet wel: koterij in Vlaanderen – was een verzamelplek vol zaken die zweefden tussen rommel, gereedschap en dingen die nog wel eens nuttig

Mijn obsessie met Charles Rosel, un grand décorateur

Afbeelding
Ik ben sinds een tijdje in de ban van een man waar ik enkel een korrelige foto van heb uit een oude Canadese krant. Hij is rond de zestig, kalend en netjes gekleed. Hij, dat is Charles Rosel. “Un grand décorateur” uit Brussel, volgens een artikel uit 1937.   Foto van Charles Rosel, vijfde van rechts, tijdens een handelsmissie naar Canada in 1937. Soms verdwijnen mensen per toeval niét door de plooien van de geschiedenis. Er moeten honderden boeiende negentiende-eeuwse figuren vergeten zijn. Charles Rosel niet, want ik vond een kaartje met zijn naam erop.  Ik kocht een gelijkvloerse verdieping op de Koningsstraat om er na een grondige renovatie mijn communicatiebureau in te vestigen. Het gebouw ligt op het stuk Koninklijk Tracé dat veel van zijn glans heeft verloren. Schuin tegenover ons: De Ultieme Hallucinatie, het legendarische art-nouveaucafé. Wat verder in de straat huist Familiehulp in een kast van een stadspaleis, het Hôtel de Mesnil waar Puccini zijn laatste dagen doorbracht.  O

Smelten

(ik schreef dit verhaal in 2013) Ik draag nog altijd je kleren wanneer ik ’s nachts alleen in mijn bed lig. Ze ruiken dan wel steeds wat minder naar jou en steeds wat meer naar mij, maar het idee dat er zo dan toch nog iets van ons beiden versmelt, troost me toch een beetje. Ik had misschien sneller moeten stoppen ze te dragen. Net op het moment dat ze zo ongeveer evenveel naar jou als naar mij roken, maar ik ben zo verslaafd aan je geur dat ik het niet kan laten. Mannen die samen zijn kunnen elkaars kleren dragen en dat is fijn. Dat is niet zoveel raarder dan bijna-bejaarde heterokoppels die in hetzelfde trainingspak in het bos gaan wandelen, of gaan Nordic Walken, zoals wandelen tegenwoordig heet. Nu ik erover nadenk is het dragen van hetzelfde trainingspak eigenlijk wezenlijk raarder dan jonge mannen die elkaars kleren dragen. Toch blijft het idee hetzelfde. Ze smelten samen en beginnen met de jaren meer en meer op elkaar te lijken, zoals Boudewijn Büch op Mick Jagger en mijn oo

Hier zat John Crombez op te wachten

sp.a politica Ans Persoons is haar Brussels schepenmandaat kwijt, maar sp.a heeft zich duidelijk kunnen afzetten tegen de PS-cultuur. De PS-associatie ligt al decennia als een loden sluier over de partij. Een Brussels schepenmandaat verliezen is een koopje, in vergelijking met het punt dat werd gemaakt. Ik kan me perfect voorstellen dat John Crombez op een kans als deze zat te wachten. Sinds de Agusta-affaire en alle latere schandalen worden socialisten in Vlaanderen en Wallonië als één pot nat gezien. Niet onterecht: ze stammen uit dezelfde cultuur en waren jarenlang elkaar regeringsgarantie. Wie met de hond slaapt, krijgt ook zijn vlooien. Dit is al jaren een zware handicap voor sp.a, maar werd afgewogen tegenover de voordelen van een zekere regeringsdeelname. De regeringsgarantie was altijd een excuus om niet te hard voor de Franstalige socialisten te zijn: (internationale) solidariteit, begrijpt u? “En we voeren uiteindelijk toch dezelfde strijd?” Van een regeringsgara

Ik ben absoluut voor nuance

Afbeelding
De Vaticaanse krant L'Osservatore Romano vindt de slechteriken in de nieuwe Star Wars film niet kwaadaardig genoeg. Je vraagt je af waarom. Enfin, ik toch. Heeft het misschien te maken met de manier waarop het christendom met het absolute omgaat? Dingen zijn goed of slecht en niet iets er tussenin. Binair. Zwart-wit. God is almachtig en de paus is onfeilbaar. Het christendom is een monotheïstische godsdienst die niet gelooft dat de duivel als verpersoonlijking van het slechte op gelijke voet strijdt met god. God is supergod en zal dus altijd winnen, maar de goedheid van god is toch net dat tikkeltje sprankelender als je vijand écht slecht is. Nee? Ze komt er toch beter uit en kan haar gratie toch een stuk sexyer etaleren als de tegenstrever een echte mean son of a bitch is. Punt is natuurlijk dat dit een erg beperkte interpretatie van de werkelijkheid is. Meestal zijn de dingen niet écht volledig slecht. En dus ook niet écht volledig goed, met uitzondering natuurlijk van