Posts

Posts uit 2015 tonen

Ik ben absoluut voor nuance

Afbeelding
De Vaticaanse krant L'Osservatore Romano vindt de slechteriken in de nieuwe Star Wars film niet kwaadaardig genoeg. Je vraagt je af waarom. Enfin, ik toch. Heeft het misschien te maken met de manier waarop het christendom met het absolute omgaat? Dingen zijn goed of slecht en niet iets er tussenin. Binair. Zwart-wit. God is almachtig en de paus is onfeilbaar. Het christendom is een monotheïstische godsdienst die niet gelooft dat de duivel als verpersoonlijking van het slechte op gelijke voet strijdt met god. God is supergod en zal dus altijd winnen, maar de goedheid van god is toch net dat tikkeltje sprankelender als je vijand écht slecht is. Nee? Ze komt er toch beter uit en kan haar gratie toch een stuk sexyer etaleren als de tegenstrever een echte mean son of a bitch is. Punt is natuurlijk dat dit een erg beperkte interpretatie van de werkelijkheid is. Meestal zijn de dingen niet écht volledig slecht. En dus ook niet écht volledig goed, met uitzondering natuurlijk van

Sociale strijd van Pellizza tot Vanfleteren, van Milaan tot Clabecq

Afbeelding
Ik wil graag iets met u delen. Het is geen groot inzicht of zo, maar een simpele vergelijking tussen twee kunstwerken. Het gaat om een foto van Stephan Vanfleteren en een schilderij van Giuseppe Pellizza da Volpedo . We waren in Milaan en dronken extreem lekkere cocktails in het restaurant van het Museo del Novecento, een gebouw dat door Mussolini werd gebouwd en nu een belangrijke collectie moderne kunst huisvest, maar dus ook Il Quarto Stato van Pellizza uit 1901. De vierde staat (stand?) verwijst naar het proletariaat naast de clerus, de adel en de burgerij. De vierde stand staat op en doet dat gedecideerd, maar rustig. Ze zijn verontwaardigd, ongewapend, maar er borrelt zeker ook boosheid. Ik vind dat het rust uitstraalt, maar toch barst van de energie. De man vooraan is the boss. Geen idee wie hij is, maar hij straalt natuurlijk leiderschap uit. Hij is ook net wat fancier gekleed dan de achterhoede. Hij is de redelijkheid

Afspraak met een mening

“Wat vind je eigenlijk van De Afspraak?”, vroeg een vriendin me. Teveel sport natuurlijk. Als ik sport wil, dan jog ik wel naar de keuken. Het goede aan het programma is dat er tijd wordt gemaakt. Tijd voor reportages en gesprekken, als rustpunt in deze vluchtige tijden. Mijn belangrijkste opmerking bij het programma is echter dat de tijd die voor de gesprekken wordt vrijgemaakt, niet wordt gebruikt voor visie en ideologie. De gesprekken nemen de tijd om uit te leggen wat er gebeurd is, maar niet om een mening op basis van een visie over wat er gebeurt te verkondigen. Ze graven niet naar wat diep borrelt, maar beschrijven uitgebreid wat aan de oppervlakte te zien is. Rob Wijnberg van De Correspondent schreef een interessant stuk over diezogenaamde neutraliteit (depolitisering). Hij zegt dat verslaggeving zich vaak beperkt tot het bespreken van het spelletje en niet van wat er op het spel staat (quote Jesse Frederik). Erg goede reportages over Schengen en de Hongaarse muur leggen uit

Een flesje troost is okay

Afbeelding
Ik raakte een tijdje geleden geïntrigeerd door een reclame die ik zag op de Nederlandse televisie. Het gaat om reclame voor Brand (een bier uit de Heineken-stal) en het spotje heet ‘De eerste slok’. Het is geniaal. Het leert je dat het okay is om als eenzame man verslaafd te zijn aan alcohol en dat je best alleen mag drinken. Het gaat als volgt. Een man komt zijn keuken binnengelopen, draagt een bak bier en een oud aktetasje. Ploft de bak routineus op het aanrecht naast de koelkast en vist er een aantal flesjes uit die hij op een schap in de koelkast ter koeling bergt. 1 flesje echter is uitverkoren. Plots schijnt de zon in het gezicht van de man die opeens ook een zuinige glimlach krijgt wanneer hij naar het flesje kijkt alvorens het in het vriesvak te leggen. Terwijl hij het flesje wegbergt, blijft zijn blik er op gericht. Hij sluit het vriesvak, gaat ruim een meter voor de koelkast staan en zonder zijn ogen van het vriesvak af te houden doet ie z’n trenchcoat uit en gooit die o

Metromuzikanten fotograferen mag niet

Afbeelding
Een curieus gewapende man houdt zich ’s ochtends op in metrostellen van de MIVB. Hij bespeelt een soort viool met een trompet als snuit. Samen met zijn partner in crime hopt hij van wagon naar wagon om daar de ochtendlijke reiziger met een eigen versie van Hava Naguila te terroriseren. Het geheel wordt verstrekt door een draagbaar geluidssysteem, en ondanks het feit dat Hava Naguila een joods feestlied is, schreeuwt de man er om onduidelijke redenen altijd luidkeels ‘Aïcha’ doorheen. Ik moet waarschijnlijk niet erg hard mijn best doen om u er van te overtuigen dat dit mijzelf en het merendeel van de andere ochtendlijke reizigers danig op de zenuwen werkt. De MIVB verbiedt dan ook muzikanten in de metrostellen. Ik kon het deze ochtend niet laten een foto van de artiest in kwestie te nemen en deze naar de MIVB te tweeten. De man liet zich mijn interesse niet welgevallen. Hij schold me voor veel dingen uit die ik wel zou willen herhalen, maar die ik helaas niet begreep. Nadat hij zij

Mijn bescheiden bijdrage tot de mensenhandel

Ik was 19 jaar en ik trok naar Benin, voor een maand. In mijn herinnering bereidde ik me daar niet zo gek veel op voor. Internet bestond wel, maar daarvoor moest je met de trein naar Gent. Het beduimelde boekje dat ik over Benin in de bibliotheek van Brugge vond, leerde me dat Benin voornamelijk palmolie produceerde, een ex-kolonie van Frankrijk was en het bekendstond als de bakermat van de voodoo. Voodoo. Naar ingewanden van opengesneden geiten kijken en de toekomst voorspellen. Wist ik veel. Ter plaatste logeerden we bij een gezin, dat in een huis woonde dat werd betaald door een Beninse dame die in Brugge in de prostitutie werkte. Ik kende haar niet zo goed, maar via de vriendin waarmee ik reisde konden we tegen een bescheiden vergoeding een maand bij hen logeren. Ik stelde me er allemaal weinig vragen bij. Zo ging het gewoon. Het gezin zou ons het land laten zien en dat moest ook wel, want wisten wij veel wat we daar gingen doen. Daar aangekomen besefte ik al gauw dat de meeste